
Ik vroeg aan Gemini om een gedicht te schrijven over de bezem die ik vandaag op het strand van Vlieland vond. Dit was de reactie:
Een bezem, eens zo net, zo vlijtig in huis,
Nu spoelt hij aan op Vlielands strand,
Verloren door de Noordzee, wild en bruis,
Een zwerver, zonder vaste hand.
De kwast nog stug, vol zand en zeewier fijn,
Zijn steel gebroken, grijs van ’t zout,
Geen spoor meer van een vloer, zo rein,
Maar door de golven ruw getouwd.
De meeuwen krijsen, vliegen hoog in ’t blauw,
Zien deze vreemde, hout en borstel,
Een stille getuige, hoe, wie, waarvandaan,
Gedreven naar dit duinenborstel.
Misschien van een schip, of van een dijk,
Of van een huis, ver weg en klein,
Nu ligt hij daar, een aangespoelde lijk,
Op Vlielands strand, zo eenzaam en serein.
De wind zingt zacht zijn droevig lied,
Over dagen van nut, van hard gewerk,
Nu rust hij uit, en niemand die hem ziet,
Een bezem, gestrand, op Vlielands perk.
Plaats een reactie